Sint Pietersgasthuis in Amsterdam

Het Sint Pietersgasthuis heeft flink gezworven door de stad. Het begon aan de Nes, even benoorden de Brakke Grond; eerst tussen Rokin en Nes maar dat gebouw sneuvelde waarschijnlijk in een der stadsbranden. Het werd herbouwd aan de andere kant van de Nes. Bij het gasthuis werd een pesthuis gebouwd, eerst op het eigen terrein, later een zuidelijker tussen Rokin en Nes naast het klooster van de Cellebroeders, die zich ook over de verpleging en begraving van de pestlijders ontfermden. Toen in 1492 het St. Elisabethgasthuis introk werd er flink uitgebreid en in 1504 ook een bayart (daklozenopvang) toegevoegd.

Vleeshal en markt van het voormalige Sint Pietersgasthuis

Links op de ets de Grote Vleeshal, onderdeel van het voormalige Sint Pietersgasthuis, rechts de Kleine Vleeshal, de kapel van het Margrietenklooster. Daar tussenin werd de Boeren- of Riviervismarkt gehouden.


Het gasthuis was gelieerd aan het Sint Pietersgilde van de Viskopers en Vleeshouwers, die ook de Sint Pieterskapel onderhielden. De kapel van het gilde was veel ouder dan het gasthuis en had voor het zuidoosten van de stad ook een functie als godshuis. De zuidelijkste vleugel van het Sint Pieters werd na de verhuizing omgevormd tot Sint Pietershal, de Grote Vleeshal, tegenover de Kleine Vleeshal op het terrein van het Margrietenklooster. Tussen beide vleeshallen dreven de viskopers hun Rivier- of Boerenvismarkt, niet te verwarren met de grote (zee)vismarkt op de Vissersdam die door hetzelfde gilde werd gedreven. De bijgebouwen van het gasthuis werden vervangen door woonhuizen. De vleeshal werd met het voormalige kerkhof in 1930 vervangen door nieuwbouw.