Keizersgrachtkerk (1887/88)

De bouw van de Dolerende Kerk of Keizersgrachtkerk, Keizersgracht 566,  was een gevolg van de splitsing in de Nederlands Hervormde Kerk in 1886. Opdracht voor de bouw werd verleend door de "dolerende" Nederduitsche Gereformeerde gemeente onder leiding van Abraham Kuyper, hoogleraar aan de Vrije Universiteit. In 1887 kocht de kerkeraad der dolerenden een dubbel herenhuis aan de Keizersgracht met bijbehorend koetshuis aan de Kerkstraat. Het was de bedoeling een kerk te bouwen in het achtergedeelte aan de Kerkstraat, maar het stadsbestuur verhinderde dit: een keur uit 1663 bepaalde dat de binnenterreinen onbebouwd moesten blijven om te dienen als grachtentuin. Dat betekende het einde van het herenhuis aan de gracht. Het programma van eisen vroeg om een ruimte voor 1600 gemeenteleden en liet de bouwstijl vrij. De in 1888 voltooide kerk is ontworpen door de architecten G.B. en A. Salm. Het gebouw is opgetrokken in een zeldzame neo-gotische stijl die doet denken aan zowel Franse kathedralen als aan de Venetiaanse gotiek. De goed in de gevelwand passende gevel is een opvallende verschijning in de wand van de Keizersgracht tussen Leidsestraat en Nieuwe Spiegelstraat.

Binnen werd het sinds de 17de eeuw beproefde recept van de galerijkerk gebruikt: men kon zo veel mensen kwijt op een kleine oppervlakte dankzijj het gebruik van op ijzeren zuiltjes geplaatste galerijen, Om de predikant goed te kunnen zien, is de preekstoel hoog geplaatst.

In 1958 is het gebouw gerestaureerd, waarbij de benedenverdieping gemoderniseerd werd en het exterieur er niet op vooruit ging. Het gebouw behoort inmiddels tot de rijksmonumenten.

Bron: bureau Monumenten & Archeologie, Amsterdam