Het Amstelhof (1681/83) is nu de Hermitage

Amstelhof is nu Museum de Hermitage

Tot 2007 is het Amstelhof  aan de Amstel 51 als verpleeginrichting een inrichting voor oude vrouwen en mannen geweest. Het pand is na 2007 ingrijpend verbouwd tot museum de Hermitage Amsterdam; een dependance van de Hermitage in Sint-Petersburg.

Geschiedenis Amstelhof

De diaconie van de Nederduits Gereformeerde Gemeente - later Nederlands Hervormde Gemeente - kreeg van de burgemeesters in 1656 een flink kavel ten geschenke voor de bouw van een weeshuis aan de Binnen Amstel, op de hoek van de Zwanenburgwal en de Zwanenburgstraat. De zorg voor oude vrouwen stond ook op het verlanglijstje en in 1681 kreeg de diaconie wederom een schenking, een groot kavel tussen de (Nieuwe) Herengracht en de (Nieuwe) Keizersgracht "om bequam te bouwen een logement voor 400 ofte meer persoonen".

De diaconie van de Nederduits Gereformeerde Gemeente kon aan de Amstel daadkrachtig aan het werk, dankzij een erfenis van één van de lidmaten, Barent Helleman, die op 12 oktober 1680 ongeveer f 90.000 naliet. Vóór de bouw werd het reglement vastgesteld, waarbij werd bepaald dat de weduwen vijftien jaar in Amsterdam moesten zijn ingeschreven en minstens tien jaar lidmaat van de kerk moesten zijn. Vanaf 1719 werden er tevens oude mannen in het tehuis ondergebracht. Hierdoor vond in de naam de toevoeging van één letter plaats: tussen de V en de H kwam een M: DIAOVMH, ofwel Diaconie Oude Vrouwen en Mannen Huis.. De architect is waarschijnlijk Hans Jansz. van Petersom geweest, de toenmalige stadstimmerman van Amsterdam. Het Oude Vrouwen Huys werd aanbesteed voor f 161.238 en ongeveer f 5.996 voor de inrichtingskosten. Binnen zestien maanden was het tehuis gereed, een enorme prestatie voor een bouwwerk van dergelijke omvang, staande op een fundering van 1.432 palen. Tot in de 19de eeuw was het tehuis het grootste van Nederland. Het sober classicistische gebouw had na de voltooiing ook de breedste gevel van Amsterdam: de gevel aan de Amstel is meer dan 76 meter lang en bestaat uit maar liefst 31 vensterassen. Karakteristiek voor het Amstelhof is deze lange symmetrische voorgevel aan de Amstel. De goede verhoudingen in de gevel en de eenvoud van het ontwerp geven het geheel een bijzondere uitstraling. Het ontwerp is symmetrisch uitgewerkt. De centraal gelegen toegang met Ionische pilasters is een schijntoegang, die om esthetische redenen in het midden is geplaatst.

Uitkomend in het midden van de kerk- en eetzaal vond de architect deze toegang overbodig. De burgemeesters (met name burgemeester Joan Munter) waren het hier niet mee eens, omdat een voornaam gebouw nou eenmaal een monumentale toegang met stoep in het midden van de gevel moest hebben. De diakenen gingen met moeite akkoord en betaalden uiteindelijk f 1000 aan meerkosten.

Aan weerszijden van deze hoofdingang waren de toegangen voor de "besjes", ingangspartijen met een Dorische omlijsting. De verdieping kon worden bereikt door de trappen die zich achter deze deuren bevonden.

Literatuur: L. Last, Het Diaconie Ouden Vrouwenhuis, Amsterdam, 1970. R. Meischke, Amstelhof, Amsterdam, 1983.

Bron: bureau Monumenten & Archeologie, Amsterdam