Februaristaking op de Noordermarkt

‘Staakt !!!  Staakt !!!  Staakt !!!’  - luidde in de vroege ochtend van 25 februari l941 de boodschap van een pamflet dat werd verspreid vanuit een adres in de Willemstraat.   ‘Staakt !!!  Staakt !!! Staakt !!!’ - heette het ook een uur later al op een spanbord van ruim twee meter boven de brug naar de Haarlemmerdijk, een parool dat er aan de bovenleiding van de tram bevestigd was door enkele vermetelen uit de buurt.

 Vanuit de tramremise die toen nog gevestigd was aan het Haarlemmerplein en die als eerste gemeentelijke bedrijf gehoor gaf aan de oproep en vervolgens door de zorgen van een kleine schare van communisten werd het woord door de stad verspreid. ‘Staakt !!!’  Te beginnen met de bedrijven op het Bickerseiland kwam de sneeuwbal aan het rollen.  En hij rolde langs de gemeentelijke en andere bedrijven, langs de kantoren, langs de scholen. Nog voordat de dag voorbij was had zich  het gebeuren voltrokken dat het voorbeeldigste  Amsterdamse gebeuren zou blijven van de voorbije eeuw. De Februaristaking: ontketend, massaal gesteund  en twee dagen volgehouden als een protest tegen de onderdrukking en mishandeling door een vreemde bezetter van de Joodse burgers van Amsterdam en op het wegvoeren van de eerste 400 daarvan.

Ook het allereerste, nog mondeling gegeven startsein had geklonken in en vanuit onze buurt. Dit was gebeurd  op 24 februari op de Noordermarkt. Door Willem Kraan en Piet Nak, beide lid van de CPN, was daar  een openbare samenkomst belegd naar aanleiding van de schokkende berichten uit de Jodenbuurt.  Het vlammende betogen van partijgenoot Dirk van Nimwegen had er de aarzelenden over een streep gehaald.  En inderdaad: een dag later lag het openbare leven van Amsterdam zo goed als plat.

Na die twee dagen, die op zichzelf een kort intermezzo waren van de euforie van een geslaagde actie en van een overwonnen vrees,  werd de Jodenvervolging voortgezet. En dat  zelfs meedogenlozer dan men tijdens die twee dagen nog had kunnen  bevroeden. Bovendien werden 200 activisten van de staking opgepakt. Drie daarvan werden al korte tijd later gefusilleerd in de strafgevangenis van Scheveningen; van de anderen werden sommigen, zoals Piet Nak, zwaar gemarteld; allemaal werden afgevoerd naar het concentratiekamp. Het is niet de minste reden waarom ook de Noordermarkt, de plek waar het in l941 begon,  het trefpunt werd van een herdenking op 4 mei.  Evenmin is het de enige reden;  de Duitse bezetting maakte immers wel  meer slachtoffers in de Jordaan. Maar de Noordermarkt was geen fusilladeplaats.  En wat er wel gebeurde is niet minder het herdenken waard.  Het is dat protest in februari l941 en niet slechts de vermetelheid van het protest, speciaal voor al die generaties waarvoor de oorlog alweer geschiedenis is.  Ook voor hen is er dus reden genoeg om die herdenking op de Noordermarkt  te bezoeken.

Hans Sizoo